Het gaat slecht met onze wilde bestuivers
Wat zijn wilde bestuivers?

De groep aan wilde bestuivers is groot en zeer divers, Om pragmatische redenen focust het Vlaams Actieplan Wilde Bestuivers op een beperkte, maar gekende en herkenbare fractie van deze omvangrijke groep: wilde bijen, zweefvliegen en dag- en macro-nachtvlinders. De extra inspanningen voor deze vier groepen zullen ook andere wilde bestuivers en insecten in het algemeen ten goede komen.
Wilde bijen

Het merendeel van de wilde bijensoorten leeft alleen. Daarom worden ze ook solitaire bijen genoemd. Er zijn bij ons meer dan 300 soorten te vinden, elk met hun unieke levenswijze. De wijfjes van solitaire bijen maken zelf één of meerdere nestjes waarin ze één of enkele eitjes leggen en verzamelen stuifmeel dat als voedsel dient voor de larven. De mannetjes doen dit niet en drinken enkel nectar, waarbij ze vaak een groter aantal plantensoorten bezoeken.
Doordat solitaire bijen het zelf moeten redden, zullen ze nooit uit zichzelf steken of zich agressief gedragen. Enkel de vrouwtjes hebben een angel en veel soorten geraken met hun angel zelfs niet door de menselijke huid. Sociale soorten zoals hommels steken om hun nest te verdedigen of wanneer ze zich bedreigd voelen. Een nest hommels bestaat uit een koningin en werksters. Het is de koningin die de werksters, mannetjes en koninginnen voor het volgende jaar produceert. Koninginnen gaan al vroeg op het jaar op zoek naar voedsel, vaak op een moment waarop er nog niet veel bloeiende planten zijn. Wilde bijen komen in tegenstelling tot bepaalde wespen niet op zoetstoffen af.
Zweefvliegen
Daarnaast zijn er ook meer dan 300 soorten zweefvliegen in Vlaanderen vastgesteld. In tegenstelling tot wilde bijen hebben ze slechts twee functionele vleugels. Wilde bijen hebben er vier. Volwassen zweefvliegen voeden zich doorgaans met nectar. De larven van de verschillende soorten hebben een uiteenlopende levenswijze in diverse habitats. Verschillende soorten zweefvliegen bootsen het uiterlijk van wespen na om zo vogels af te schrikken, terwijl ze zelf ongevaarlijk zijn en zelfs niet over een angel beschikken. Dit fenomeen heet mimicry.
Vlinders
Onder de vlinders vallen zowel de dag- als nachtvlinders. Dit is de meest gekende groep van wilde bestuivers. De meeste vlinders hebben een zeer lange tong die geschikt is om nectar uit bloemen te halen. De rupsen van vlinders eten vaak slechts één enkele soort of een beperkt aantal soortenplanten. Bepaalde nachtvlinders hebben een korte of zelfs geen tong omdat ze als volwassen dier niet eten en zich enkel nog voortplanten. Om het voortbestaan van deze vlinders te garanderen is het met andere woorden belangrijk dat die plantensoorten voldoende aanwezig blijven in ons landschap. In Vlaanderen zijn er 75 soorten dagvlinders en zo’n 750 soorten macro-nachtvlindersgekend. De micro-nachtvlinders, zijn met 1.200 soorten talrijker in Vlaanderen, maar minder relevant voor bestuiving.
Waarom gaat het slecht met wilde bestuivers?
TOESTAND EN POPULATIETRENDS

In de Vlaamse Rode Lijst van dagvlinders (2021) werden in totaal 75 soorten dagvlinders beoordeeld. Hiervan worden 20 soorten als Regionaal Uitgestorven beschouwd, drie als Ernstig Bedreigd, zeven als Bedreigd, negen als Kwetsbaar, twee als Bijna in Gevaar en 34 als Momenteel niet in Gevaar. In Noordwest-Europa heeft Vlaanderen het grootste aandeel uitgestorven soorten.
De Rode Lijst van nachtvlinders is momenteel in opmaak bij het INBO en wordt verwacht tegen eind 2022.
Van de zweefvliegen in Vlaanderen is 44% Regionaal Uitgestorven of in meer of mindere mate bedreigd. In vergelijking met zeven andere insectengroepen waarvoor een gevalideerde Vlaamse Rode Lijst bestaat (dagvlinders, doodhoutkevers, libellen, lieveheersbeestjes, loopkevers, sprinkhanen en waterwantsen) is dit een hoog percentage.
HOE KOMT DIT?

Een deel van het probleem kan jij ook oplossen. Biologisch tuinieren zonder chemicaliën is perfect mogelijk. Biologisch tuinieren is een manier om planten te laten groeien zonder het gebruik van pesticiden, herbiciden en synthetische meststoffen. Het is een geweldige manier voor mensen om weer in contact te komen met de natuur en te leren over duurzaam leven.
Waarom moeten we zorg dragen voor wilde bestuivers?
Bestuiving door wilde bestuivers
Wilde bestuivers leveren ons verschillende ecosysteemdiensten. De voornaamste is uiteraard pollinatie of bestuiving van zowel wilde planten, als voedselgewassen voor de mens. Bestuiving door wilde bestuivers heeft een positief effect op het aantal vruchten en zaden per bloem, een effect dat niet vervangen kan worden door honingbijen. Bestuiving van gewassen voor menselijke consumptie leverde in 2010 in Vlaanderen een economische waarde van 194,37 miljoen euro.5 De voornaamste sector in dit verband is de groenten- en fruitteelt. 85 procent van de planten in de natuur en 75 procent van de voedselgewassen heeft insectenbestuiving nodig. Alleen al om die reden zijn wilde bestuivers cruciaal voor de mens en heeft iedereen baat bij de aanwezigheid van wilde bestuivers in Vlaanderen.
Plaagbestrijding
Verschillende groepen bestuivers zijn zeer belangrijk voor de bestrijding van plaagsoorten en dragen hierdoor bij aan gewasbescherming. Zo zijn er alleen al in Vlaanderen meer dan honderd soorten zweefvliegen waarvan de larven leven van bladluizen en zo een sterke bijdrage leveren aan biologische pestbestrijding.
Algemeen biodiversiteitsbehoud
Wilde bestuivers en vooral hun larven, vormen een belangrijke voedselbron voor tal van andere fauna zoals insectivore vogels en kleine zoogdieren. Door bestuiving zorgen ze voor het voortbestaan en de instandhouding van een zeer groot aantal planten. De vruchten van die planten zijn op hun beurt weer voedsel voor andere dieren waaronder ook de mens. Bestuivers spelen dus een belangrijke rol voor het behoud van biodiversiteit en zijn een cruciale schakel in de voedselketen.
Gebruik van bestrijdingsmiddelen of pesticiden





















